Belgische gezinnen bezitten 380.000 tweede woningen voor recreatieve doeleinden

Uit het tweejaarlijks onderzoek van wes research & strategy naar het bezit van een tweede woning voor recreatieve doeleinden bij meer dan 5.000 Belgische gezinnen, is gebleken dat 7,8% van alle gezinnen eind 2014 beschikt over een tweede woning voor recreatieve doeleinden. Belgen zijn eigenaar van ongeveer 380.000 tweede woningen in binnen- en buitenland.

Het aandeel van de gezinnen met een tweede woning is sinds 2000 toegenomen van 7,3% tot 7,8%. Door deze stijging van het aandeel en een stijging van het aantal gezinnen, is het bezit van tweede woningen toegenomen van ongeveer 310.000 in het jaar 2000 tot 380.000 op vandaag.

De meeste van deze tweede woningen of in totaal 275.000 woningen zijn klassieke tweede verblijven zoals appartementen, studio’s, bungalows of villa’s. Daarnaast verblijven ongeveer 80.000 gezinnen in een chalet of stacaravan met vaste standplaats op een kampeerterrein. Ten slotte hebben 25.000 gezinnen een zeil- of motorboot waarin kan worden overnacht. Over de jaren heen zien we een toename van het aantal klassieke tweede woningen en een daling van het aantal tweede woningen op kampeerterreinen.

55% van alle tweede woningen of in totaal 210.000 tweede woningen bevinden zich in België, in de eerste plaats aan de kust (105.000 tweede woningen of 27%) en in de Ardennen (35.000 of 10%). Belgische gezinnen bezitten naar schatting 170.000 tweede woningen in het buitenland. Frankrijk is de belangrijkste buitenlandse bestemming met ongeveer 55.000 tweede woningen of een aandeel van 14%. Daarna volgen Spanje (8%), Italië (4%), Nederland (3%) en Turkije (2%). 50.000 tweede woningen bevinden zich in nog andere landen.

Er is steeds meer belangstelling voor tweede woningen in het buitenland. Hun aantal nam toe van ongeveer 95.000 in 2000 tot 170.000 op vandaag. We stellen ook vast dat de buitenlandse tweede woningen relatief meer van het klassieke type zijn (appartementen, villa’s, enz.) terwijl de tweede woningen in eigen land relatief meer chalets en stacaravans omvatten. De dalende trend voor dit laatste type tweede woning verklaart het quasi status-quo van het aantal tweede woningen in eigen land.

Het bezit van een tweede woning voor recreatieve doeleinden is duidelijk gerelateerd aan de kenmerken van deze gezinnen. Gezinnen in het centrum van het land (wonend in Brussel en provincies Antwerpen, Vlaams-Brabant en Waals-Brabant), gezinnen waarvan het gezinshoofd tussen 45 en 74 jaar oud is en gezinnen behorend tot de hogere sociale klasse bezitten vaker een tweede woning.