Veel leven in de West-Vlaamse brouwerij: 16 West-Vlaamse bierproducenten onder de loep

De West-Vlaamse bierbrouwerijen bezitten niet enkel een riant en nostalgisch cultureel erfgoed met pittoreske historische gebouwen of staan niet enkel voor een passie van een nieuwe generatie lokale bierliefhebbers. Uit een uitvoerig onderzoek van het kwartaalblad West-Vlaanderen Werkt en hogeschool Howest blijkt dat zij een volwaardige en dynamische economische sector uitmaken die 530.000 hectoliter gerstenat uit de imposante tanks liet vloeien in 2013 (een groei van 20% in 4 jaar tijd). Dat staat voor een omzet van 103 miljoen euro en 350 rechtstreekse bezoldigde arbeidsplaatsen.
Ze beheren een patrimonium van ruim 600 horecazaken (een goed bewaard geheim…).
Zes West-Vlaamse brouwers hebben (ondanks het feit dat de bierconsumptie ook in onze provincie stelselmatig daalt) ambitieuze plannen voor een ruimtelijke uitbreiding. Bovendien is deze bierminnende provincie nog 5 authentieke pilsbieren rijk. Dit op een totaal van ruim 100 permanente West-Vlaamse biermerken. 10 van de 16 representatieve commerciële West-Vlaamse brouwers brouwt regelmatig voor derden.
www.westvlaanderenwerkt.be

De regionale bierbrouwerijen komen regelmatig in het nieuws met nieuwe biermerken en/of smaken, met verdienstelijke prijzen op binnen- en buitenlandse bierwedstrijden of met de frisse start van weeral een lokale minibrouwerij. Zelden of nooit wordt de West-Vlaamse brouwerijsector in zijn geheel belicht en geanalyseerd met aandacht voor de relevante economische parameters.

West-Vlaanderen Werkt en de hogeschool Howest, opleiding netwerkeconomie, vullen dat hiaat in. Ze lichtten het deksel van de West-Vlaamse brouwketels via een intensieve bevraging bij en een cijferanalyse van de grootste en meest representatieve bierproducenten.

Afbakening doelgroep

Deze doorlichting omvat de brouwerijen die voldoen aan drie criteria:

  • effectief brouwen (met eigen brouwinstallatie) in de provincie West-Vlaanderen;
  • beschikken over een commerciële vennootschapsstructuur die toelaat om jaarrekeningen te raadplegen;
  • minstens drie volledige boekjaren actief zijn.

Deze drie selectiecriteria maken dat de initiatieven in de hobbysfeer, de nog prille brouwerijprojecten en ook de bierfirma’s (die eigen merken in portefeuille hebben en ook verkopen, maar deze elders laten brouwen) uitgesloten zijn van onze sectoranalyse.

Op 1 januari 2014 telde West-Vlaanderen 28 brouwerijen maar daarvan kwamen er slechts 17 in aanmerking voor onze doorlichting als gevolg van de gehanteerde selectiecriteria. Uit deze doelgroep hebben 16 actoren (= 95%) geparticipeerd aan het onderzoek.

Het resultaat zien we in tabel 1 die de belangrijkste parameters en kerncijfers van de betrokken brouwerijen bundelt.

Geografische spreiding: Kortrijk spant de bierkroon

Figuur 1 met de kaart van West-Vlaanderen, toont de geografische inplanting van de 17 grootste West-Vlaamse commerciële brouwerijen, afgebeeld volgens hun brouwvolume. Daaruit blijkt dat ook deze economische sector haar zwaartepunt heeft in het zuiden van de provincie, meer bepaald op de as Roeselare-Kortrijk-Ieper. Het noorden van West-Vlaanderen moet het doen met twee middelgrote entiteiten: De Halve Maan in Brugge en Strubbe in Ichtegem, beiden weliswaar met een lange traditie. De drie uitgesproken grootste West-Vlaamse brouwerijen (Van Honsebrouck, Omer Vander Ghinste en De Brabandere) situeren zich in en rond Kortrijk.

Op één onderneming na zijn alle vandaag nog actieve West-Vlaamse brouwerijen autonome familiebedrijven (sommige in vierde of vijfde generatie) of recente onafhankelijke initiatieven opgestart door enkele bevriende zakenpartners (zoals in het geval van De Struise Brouwers uit Oostvleteren en De Plukker uit Poperinge). Uitzondering is de brouwerij Rodenbach uit Roeselare die sinds 1998 opereert onder de vleugels van de Brabantse brouwerijgroep Palm.

Een ander specifiek kenmerk van de West-Vlaamse bierbrouwers is hun sterke fysieke verbondenheid met de stad of de gemeente waar ze gevestigd zijn. Geen enkele van de 16 bevraagde brouwerijen is ingeplant op een afgelegen industrieterrein. Ze opereren meestal in de kern of aan de rand van hun stad, gemeente of dorp en ze hebben daardoor een grote visibiliteit. Die wordt vaak versterkt door het monumentale karakter van hun gebouwenpatrimonium. Dat maakt deze sector uniek binnen het ruimtelijke economische weefsel van West-Vlaanderen anno 2014.

Lange traditie

Tien van de zestien bevraagde brouwerijen berusten op een traditie van meer dan honderd jaar economische activiteit. Het is dan ook niet verwonderlijk dat 4 van deze bedrijven een eigen historische collectie (met museale waarde) aan brouwmateriaal opbouwden en dat twee ‘anciens’ (Rodenbach en De Halve Maan) beschikken over een volwaardig bezoekerscentrum dat quasi doorlopend toegankelijk is. Brouwerij Sint-Bernardus en de nieuwe fabriek van Van Honsebrouck worden wellicht de derde en de vierde in deze rij. Bij 13 van de 16 West-Vlaamse respondenten is een bedrijfsbezoek mogelijk, zij het in de meeste gevallen enkel voor groepen en op afspraak.

West-Vlaamse bierplas groeit

De West-Vlaamse brouwerijen vormen een sector die teert op een rijk verleden maar tegelijk ook blijk geeft van een expansieve economische dynamiek. De 17 grootste West-Vlaamse brouwerijen (inclusief de abdij van Westvleteren) produceerden in 2013 samen 529.500 hectoliter (hl) gerstenat. Dat blijkt uit de gegevens die de brouwerijen zelf vrijgaven in de bevraging van het tijdschrift West-Vlaanderen Werkt. Dat volume bedraagt ruim 20% meer dan in het referentiejaar 2009 waarin 438.400 hl bier vloeide uit de West-Vlaamse brouwinstallaties. Zie figuur 2.

Belangrijk om weten is dat de totale door de respondenten opgegeven brouwerijcapaciteit 960.000 hectoliter op jaarbasis bedraagt. Er is dus nog een (theoretische) uitbreiding met circa 430.000 hl brouwcapaciteit mogelijk op de vandaag aanwezige installaties. Dat potentieel biedt uitzicht op een verdere groei maar vergt tegelijk ook een aanpassing van andere vitale schakels in het productieproces zoals de botteling en de logistiek. En dat is niet altijd evident omdat sommige brouwerijen ingeplant zijn in de woonkern van hun stad, gemeente of dorp.

De stijging van het West-Vlaamse productievolume is een markant fenomeen gezien de bierconsumptie ook in onze provincie op de terugweg is. Dit met uitzondering van een aantal bijzondere segmenten zoals de vermaarde trappistenbieren. De evidente verklaring is dan ook dat de groei die de West-Vlaamse brouwers bewerkstelligen vooral gerealiseerd wordt in de verkoop buiten de landsgrenzen.

Export in de lift

Dat exportaandeel bedroeg voor de 16 bevraagde brouwerijen samen gemiddeld 34%. Tien jaar geleden was dat nog amper 25% waarmee de West-Vlaamse brouwers de nationale trend van hun sector volgen. De belangrijkste exportmarkt van de West-Vlaamse biermeesters is Nederland, gevolgd door de Verenigde Staten van Amerika (VSA), Frankrijk en Italië. Maar ook Japan neemt toe als afzetbestemming.

Als we het totale West-Vlaamse exportvolume op een schaal van 100 plaatsen dan blijkt dat 62% van de buitenlandse verkoop zich afspeelt binnen de Europese Unie en 38% (in uitbreiding) op verder afgelegen markten. De West-Vlaamse exportkampioen (niet in volume maar wel in verhouding tot het totale verkoopcijfer) is Brouwerij Verhaeghe uit Vichte die naar eigen zeggen 65% van zijn debiet verkoopt over de landsgrens, met de VSA en Japan als belangrijkste uitheemse afzetmarkten. Brouwerij Strubbe uit Ichtegem, De Struise Brouwers uit Oostvleteren, Sint-Bernardus uit Watou en de Dolle Brouwers uit Diksmuide slijten circa 50% van hun brouwsels in het buitenland.

Tewerkstelling groeit mee

De stijging van het geproduceerde bierdebiet in West-Vlaanderen vertaalt zich ook in een omzetgroei (103 miljoen euro zakencijfer in 2013) en in een uitbreiding van de tewerkstelling. Het aantal medewerkers klom in de crisisjaren tussen 2011 en 2013 van 300 naar 350 koppen (314 in voltijdse equivalenten), een stijging van 17%. De indirecte tewerkstelling (= deze in de aanverwante en afhankelijke sectoren, zoals de bierhandel) wordt op ruim 900 eenheden geraamd.

Van de 16 representatieve commerciële brouwerijen in West-Vlaanderen beheerst en realiseert het merendeel (= 13) nog het ganse productieproces, inclusief het bottelen van de vaten op flessen in een eigen bottelarij. Er is in de kustprovincie echter geen enkele mouterij meer actief sinds de teloorgang van de Brugse Mouterij Huys in 1999.

Zeven brouwers puren extra inkomsten uit het bottelen voor collega’s van binnen of buiten de provincie.

Opmerkelijk: een manifeste meerderheid van 10 van de 16 brouwerijen brouwt regelmatig bier voor derden. Voor de meesten van hen is deze activiteit bijkomstig (gemiddeld goed voor 5% van de inkomsten).

100 West-Vlaamse biermerken en 5 pilsen

Wat borrelt en gist er zo allemaal in de West-Vlaamse brouwketels? De 16 bevraagde West-Vlaamse brouwers zijn samen goed voor ruim 100 permanente merken. We hebben het dan over eigen merken die quasi het ganse jaar door in productie zijn. Dat zijn vooral speciale bieren en streekbieren.

Uit het onderzoek van West-Vlaanderen Werkt komt ook naar voor dat er nog 5 West-Vlaamse ondernemingen zijn die hun eigen pilsbier brouwen: Brouwerij De Brabandere (Bavik-Pils), Brouwerij Vander Ghinste (Bockor), Brouwerij Strubbe (Super Pils), Verhaeghe (Vera Pils) en Brouwerij Het Sas (Sas-pils). Dat zijn niet toevallig brouwerijen met een lange traditie. Daarmee heeft West-Vlaanderen vijf pilsbrouwerijen op een Belgisch totaal van 22 nog actieve pilsproducenten, dus goed voor circa een kwart. Een restrictie hierbij is wel dat de West-Vlaamse pilsbieren overwegend een lokale verspreiding kennen. Zo is er bijvoorbeeld geen enkele bierhandel of bierthemacafé in de kustprovincie die alle vijf West-Vlaamse pilsmerken in huis heeft.

Hoog investeringsdebiet

De stroomversnelling die zich de jongste jaren in de biersector manifesteert qua productievolume en exportinspanningen, vinden we ook terug in het investeringsdebiet. De 16 grootste West-Vlaamse producenten investeerden in een periode van 4 boekjaren (2010-2013) afgerond 35 miljoen euro. De uitschieters (in absolute cijfers) zijn (niet toevallig) de grote drie: Omer Vander Ghinste, De Brabandere en Van Honsebrouck. Maar ook snelgroeier De Halve Maan uit Brugge investeert aan een duizelingwekkend tempo (5 miljoen euro) en ook Brouwerij Sint-Bernardus uit Watou (4 miljoen euro) laat zich niet onbetuigd. Brouwerij Rodenbach uit Roeselare ging mee in deze investeringsgolf met een input van 2 miljoen euro.

Bij de kleine en jonge brouwerijen springt De Struise Brouwers uit Oostvleteren in het oog met een investeringstraject van 1,2 miljoen euro in 2010-2013.

De Vlaamse biermeesters investeerden de jongste 4 jaren vooral in nieuwe gistingtanks (7 gevallen), bottelarij (6), gebouwen (6), lagertanks (5) en in vijf gevallen ook in nieuwe houten vaten (foeders).

Een ander cruciaal item in de investeringspolitiek zijn de inspanningen rond een verhoogde duurzaamheid en milieuzorg. De West-Vlaamse bierproducenten doen inspanningen om het gebruik van water te beperken en om hun CO2-uitstoot terug te dringen. Het watervolume dat nodig is voor het brouwproces (zowel in de productie als voor het reinigen van de installaties) is door de sector teruggebracht van gemiddeld 15 liter water per liter bier in 1990 naar gemiddeld 5 liter water per liter bier in 2013. Dixit de cijfers van de Belgische Brouwersbond. Nieuwe technologie laat toe om minder water te verbruiken bij het spoelen van de flessen in de bottelarijen. Veel grote brouwerijen investeerden ook in een eigen waterzuiveringsinstallatie. De inspanningen van de bierproducenten richten zich ook op voedselveiligheid, autocontrole, de introductie van retourverpakkingen en de zoektocht naar meer duurzame grondstoffen.

Vastgoed: een familiegeheim

De gevestigde waarden onder de brouwerijen hebben vaak een nauwe band met horeca-vastgoed, een patrimonium aan gebouwen dat zij in de loop van de jaren hebben opgebouwd en dat voor sommigen een belangrijk afzetkanaal blijft. Elf van de 16 bevraagde West-Vlaamse brouwerijen hebben cafés in eigendom en dat gaat in totaal over circa 600 horecazaken, waarvan een deel overigens in Noord-Frankrijk gesitueerd is. De koplopers in vastgoed zijn Brouwerij Omer Vander Ghinste (250-tal) en Brouwerij De Brabandere (200-tal), maar ook voor Brouwerij Het Sas uit Boezinge, De Halve Maan uit Brugge en Brouwerij Rodenbach (groep Palm) is de link met vastgoed een significante factor in de bedrijfsstrategie. In de meeste gevallen worden die onroerende activa beheerd via patrimoniumvennootschappen die los van de brouwerijvennootschap opereren. Vander Ghinste en De Brabandere hebben bovendien een apart team van medewerkers in dienst speciaal om dat patrimonium te beheren en op te volgen.

Naast de circa 600 horecazaken die ze in eigendom hebben, zijn de grootste en oudste West-Vlaamse brouwers via een brouwerijcontract nog eens gelinkt met ruim 800 cafés en restaurants. Ook dat verkoopkanaal blijft voor deze spelers belangrijk in hun commerciële strategie.

Netwerking

De enquête van West-Vlaanderen Werkt en Howest peilde ook naar de eventuele samenwerkingsverbanden tussen de West-Vlaamse bierbrouwers. Die zijn er wel degelijk. Van de bevraagde ondernemingen werken er 12 op 16 op één of ander terrein samen met één of meerdere collega’s. Dat betreft dan (in volgorde van belang) een gezamenlijke promotie van de biercultuur, het bottelen van bieren voor collega’s en het samen organiseren van sommige exportactiviteiten.

Toekomstambities

De expansie van de West-Vlaamse bierspecialisten is geen tijdelijke opstoot. Uit de bevraging van het tijdschrift West-Vlaanderen Werkt komt naar voor dat nogal wat actoren ambitieuze plannen hebben voor de toekomst. De hoofdvogel is uiteraard Brouwerij Van Honsebrouck uit Ingelmunster die zijn vleugels uitslaat naar het naburige Emelgem (Izegem) en daar in 2016 een nagelnieuwe industriële brouwerij wil neerpoten, een investering van 35 miljoen euro.

Vijf andere spelers ontvouwen projecten voor een gedeeltelijke ruimtelijke uitbreiding. Brouwerij Omer Vander Ghinste (Bockor) verwierf 8.000 m² op het terrein van de voormalige meubelfabriek Emdeka in Bellegem en wil daar tegen 2015 een hypermodern distributiecentrum realiseren. Die operatie moet extra ruimte vrijmaken op de brouwerijsite in de Kwabrugstraat in Bellegem voor de inplanting van een nieuwe brouwzaal. In maart van 2014 plaatste Vander Ghinste alvast drie nieuwe lagertanks met een extra capaciteit van ruim 20.000 hectoliter, goed voor 8 miljoen pintjes.

Brouwerij De Brabandere (Bavik) opent in 2014 een nieuwe foederzaal (voor opslag van grote eikenhouten vaten) en koestert plannen voor de realisatie van een nieuwe bottelarij op haar site in Bavikhove in 2017.

Brouwerij Sint-Bernardus uit Watou opent in de loop van 2014 een nieuwe brouwzaal en extra brouwinstallaties met een capaciteitsuitbreiding van 33.000 naar maximum 80.000 hectoliter. De oude brouwzaal krijgt dan een nieuwe bestemming als museaal bezoekerscentrum. Op het industrieterrein Sappenleen in Poperinge verwierf bedrijfsleider Hans Depypere een perceel van 9.000 m² dat op termijn plaats kan bieden aan een compleet nieuw verpakkings- en logistiek centrum in samenwerking met de sociale werkplaats Sowepo vzw.

Brouwerij SAS uit Boezinge bij Ieper, die qua investeringsritme de jongste jaren wat achterbleef op zijn collega’s, gaat voor een inhaalmaneuver in de periode 2014-2015 met de installatie van nieuwe biertanks voor lagering en gisting. Voor iets verder in de toekomst mikken de bedrijfsleiders Philip en Hendrik Leroy ook op een ruimtelijke uitbreiding van de site.

Dat geldt ook voor de collega’s van de eveneens historische brouwerij Verhaeghe uit Vichte die willen uitbreiden met een nieuw foedermagazijn.

Ook De Struise Brouwers, opgericht in 2004, koesteren plannen voor een substantiële uitbreiding van hun snel groeiende brouwerij, want hun huidige infrastructuur, in een voormalige meisjesschool in Oostvleteren, is ondertussen krap geworden.

Opvolging of opslorping…?

De toekomst van onze brouwerijen steunt niet enkel op een doordacht en innovatief investeringsbeleid maar ook op de aflossing van de wacht bij de bedrijfsleiding. Het goede nieuws is dat 9 van de 16 West-Vlaamse ondernemingen, in de bevraging van West-Vlaanderen Werkt, stipuleren dat de familiale opvolging verzekerd is. In de overige gevallen wordt deze vraag niet beantwoord omdat de huidige bedrijfsleiding zelf nog jong is of omdat het over een recent initiatief gaat, vaak gedragen door meerdere vennoten. Geen enkele respondent heeft het over een mogelijke verkoop van de onderneming aan derden.

Dat belet niet dat vooral de grotere lucratieve West-Vlaamse brouwers het doelwit zijn van kandidaat-overnemers. De Nederlandse private equity groep Waterland startte in 2013 een raid op de Belgische brouwers en kwam aankloppen bij de drie grote West-Vlaamse brouwers. Dit echter zonder resultaat…

Voor meer info contacteer

Jan-Bart Van In, hoofdredacteur
West-Vlaanderen Werkt
Baron Ruzettelaan 33
8310 Brugge
Tel. 050 40 71 29
Gsm 0478 267 644
janbart.vanin@west-vlaanderen.be
www.westvlaanderenwerkt.be

Similar Posts